CaveCats

Deze Blog gaat over 2 van mijn favoriete onderwerpen: 1: Caves: zwerven in de mergelgrotten in Zuid Limburg, de kilometers lange onderaardse gangen. Het stof op de vloer dempt alle geluiden, oude opschriften flitsen voorbij in het schijnsel van de zaklampen. 2: Cats : Recente en fossiele katachtige roofdieren. leeuw, Lynx, en de sabeltandkatten Homotherium en Megantereon, en nog veel meer. Zie ook mijn homepage http://www.ijstijd.net

Mijn foto
Naam:
Locatie: Rucphen, Noord Brabant, Netherlands

Hoi, ik heet Kees, heb een vrouw en 2 kinderen. Ik ben een fervent amateurpaleontoloog, begonnen als fossielen-verzamelaar die elk fossiel verzamelde, maar gaandeweg meer gespecialiceerd in de Pleistocene zoogdieren. Sinds de vondst van een sabeltandtijger bot helemaal in de ban van katachtige roofdieren. Daarnaast zwerf ik ook graag in de mergelgrotten, soms alleen, soms met andere berglopers. Heerlijk om weg te dromen bij zeer oude opschriften of fraaie onderaardse landschappen. Ook mag ik graag met mijn RIB motorboot in de Zeeuwse delta en de kustwateren rondvaren. Bij goed weer natuurlijk.

zaterdag

Startblog

Mijn eerste Blog
Hoe open je een Blog? Wat is je eerste bericht? Gewoon datgene wat je op die dag hebt meegemaakt! Dat is het meest voor de hand liggende. Maar als je juist die dag weinig te melden hebt, of als datgene dat je wil melden heel sterk te maken heeft met iets dat zich in het verleden heeft afgespeeld, dan is het wel van belang daar iets van vast te leggen. Anders wordt het verhaal nooit compleet. Je gaat toch ook niet ná de pauze naar een film ?

Zo'n 10 jaar geleden speelden enkele belangrijke zaken, die, even zoveel jaar later bezien, van heel grote invloed zijn geweest op mijn ontwikkeling en de dingen waar ik mee bezig ben.
1e Omstreeks 1997 begin ik tijdens de fossielenexcursies vanuit de Encigroeve in Maastricht stukjes van de mergelgrotten te onderzoeken (Slavante en Zonneberg), zover je die mergelgrotten vanuit de groeve kon betreden. Dat zijn mijn eerste schreden als bergloper: het zwerven door het ondergrondse labyrint dat ontstaan is als gevolg van het winnen van kalksteenblokken die voor bouwwerkzaamheden gebruikt worden.


2e De ontdekking van het hielbeen van de sabeltandkat Homotherium in mijn collecties in 1998. Dit bot was (lang leve mijn nauwkeurige registraties) volgens mijn aantekeningen gevonden op 18 juli 1996. En daar begint dan de eerste Blog met een dagboek notitie van die 18 e juli. Deze dingen vind je ook terug in mijn Homepage : http://www.ijstijd.net/
__________________________________________________________________________

18 juli 1996 Homotherium
Dagboeknotitie:
“Yerseke, diverse botten, geweiframent rendier, bewerkt gewei.”
Een simpele, wat vage regel, maar tussen die diverse botten bevond zich een kort, massief hielbeen, zwaar gefossiliseerd. Toen nog niet herkend en abusievelijk gedetermineerd als beer. Kennelijk niet de moeite waard om het afzonderlijk te benoemen. Tijdens een bezoek van Klaas Post en Dick Mol in april 1998 ontdekte Klaas het bijzondere aan dit hielbeen en nam het mee ter determinatie. Het bleek een hielbeen van Homotherium te zijn, een buitengewoon zeldzame Vroeg Pleistocene sabeltandkat. Vanaf dat moment ben ik me gaan verdiepen in katten, in het bijzonder sabeltandkatten. Gaandeweg kom je er dan achter, dat in het Franse Senèze 2 complete skeletten van sabeltandkatten zijn gevonden: Homotherium en Megantereon. Een nieuwe interesse en een verdieping van mijn hobby zijn geboren en zullen nog jaren als een rode draad door mijn leven lopen…….
Zeker als in 1999 meer Plio- Pleistocene “kattenfossielen “ worden gevonden.
___________________________________________________________________________

24 juni 2002 Bezoek Senèze
Sinds ik een aantal jaren geleden een hielbeen van de sabeltandkat Homotherium heb gevonden ben ik helemaal in de ban van katten in het algemeen, en sabeltandkatten in het bijzonder. Nu zijn botten van sabeltandkatten bijzonder schaars, en als er dan al iets van gevonden wordt, is het meestal nog fragmentair ook.


Nu is in de Franse plaats, zeg maar gehucht Senèze, een zeer rijke Plio Pleistocene fauna gevonden, met tienduizenden fossielen van zoogdieren, waaronder veel complete skeletten. Daar zijn ook 2 skeletten van sabeltandkatten gevonden, een van de scimitar kat Homotherium en een van de dirktoothed kat Megantereon.

Dat we onze vakantie dit jaar juist in deze omgeving doorbrengen is dan ook niet toevallig, maar heeft alles te maken met de te maken met de paleontologische vondsten die daar al meer dan 100 jaar worden gedaan.

Bij aankomst in Senèze valt aan de omgeving en het dorp weinig van de beroemde paleontologische sites te zien, en het heeft niet zoveel zin om in wilde weg in bossen en struiken te gaan zoeken. Ik klop bij de eerste de beste deur aan om informatie. “Philis” staat op een vervaagd naamplaatje, zonder tot me door te dringen. Na wat gestommel wordt de deur door een wat oudere man geopend, en ik vraag hem zonder omwegen waar de skeletten van de sabeltandkatten zijn gevonden. Hij vraagt of ik een “chasseur “ben, Frans voor fossielenverzamelaar, want particuliere opgravingen zijn niet toegestaan in dat gebied. Daarop leg ik hem uit, dat ik verzamelaar ben en heel veel Vroeg Pleistocene fossielen heb uit een met Senèze vergelijkbare fauna. Vandaar mijn interesse. Hij vertelt dat zijn grootvader Pierre Philis was (Natuurlijk!), de ontdekker van de beroemde fauna en de sabeltandkatten, M. meridionalis, verschillende herten, paarden, runderen en carnivoren. “Het unieke van de site”zegt hij is niet alleen dat er heel veel fossielen worden gevonden. Maar vaak ook complete skeletten”. Volgens hem zijn er op dit moment opgravingen bezig. Hij haalt fotoalbums en plakboeken over de ontdekkingen van zijn opa, vele foto’s van de site, gemonteerde sabeltandkatten, slagtanden , Prof.Christian Guth en gezelschap en verschillende krantenknipsels. Ik zou de plakboeken maar wat graag kopiëren, maar ik merk wel dat hij deze kostbare documenten niet graag uit handen geeft,. En geen kopieerapparaat in de buurt natuurlijk. (dorpje met 40 inwoners of zo) . Op mijn vraag waar de fossielen zijn gevonden wijst hij met een vaag gebaar naar een heuvel. Nogmaals benadrukt hij dat graven daar verboden is.

Als ik ’s avonds op de camping nog wat stukken nalees kom ik de naam Philis al snel tegen: ontdekker van de beroemde fauna van Senèze, door wetenschapper geïnstrueerd in het sonderen naar- en bergen van fossielen. Hij was niet alleen in Senèze actief, maar in heel de regio. Met name ook in Chilhac, waar een eveneens zeer rijke fauna (iets ouder) is gevonden. De naam van meerdere diersoorten is aan zijn naam ontleend.

In de loop van de daarop volgende jaren ontdek ik bij de bestudering van mijn collecties meer botten van katachtigen. Voor determinatie van enkele daarvan roep ik de hulp in van Claude Guérin, professor aan de universiteit van Lyon, waar een compleet skelet Homotherium wordt bewaard. Een metacarpale wordt zeker als Homotherium gedetermineerd. Intussen groeit mijn nieuwsgierigheid naar die sabeltandkat Homotherium in de universiteit van Lyon. Als Charly Schouwenburg eind 2003 mailt, dat hij plannen heeft om voor onderzoek naar Lyon te gaan, en of ik geen interesse heb om mee te gaan, hoef ik daar niet lang over na te denken, en het duurt niet lang, of we vertrekken in februari 2004 naar Lyon.
__________________________________________________________________________
Leerzame studiereis naar Lyon
Afgelopen week hebben 2 leden van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren, Charlie Schouwenburg en Kees van Hooijdonk een zeer leerzame studiereis ondernomen naar Lyon, met als doel onderzoek naar de carnivoren. Daarbij werden de Universiteit Claude Bernard en

het depot van het Musee Histoire Naturelle 2 keer aangedaan. Ook werd een bezoek afgelegd aan de Franse paleontoloog Alain Argant, die zich in Chateau bezig houdt met onderzoek naar fossiele beren en katten.

Lyon

Nadat we vorig najaar reeds begonnen waren met de voorbereidingen voor de reis en het maken en op elkaar afstemmen van de afspraken konden we op zondag 8 februari eindelijk op weg naar Lyon. Zware sneeuwbuien in de Belgische Ardennen zorgden even voor het nodige oponthoud, maar eenmaal in Frankrijk verliep de reis voorspoedig. Samen met de voorsteden telt Lyon zo’n 1,5 miljoen inwoners. De binnenstad is niet alleen mooi, maar ook gezellig met zijn vele winkeltjes en restaurants. Het openbaar vervoer is goed georganiseerd met bus, tram en metro. De wachttijd bedraagt nergens meer dan 5 minuten, en dat is maar goed ook, want onze bestemmingen lagen in verschillende uithoeken van de stad.

UCBL

Maandag 9 januari werden we door Claude Guérin ontvangen op de Universteit Claude Bernard Lyon I. Deze universiteit herbergt een zeer grote collectie fossielen, onder andere van zoogdieren. Hier bevindt zich ook het complete skelet van de Homotherium van Senèze. Wij werden in de gelegenheid gesteld tot het bekijken , meten, tekenen en fotograferen van de hele collectie, maar vooral de Homotherium heeft deze eerste dag onze aandacht. Een nog niet eerder gedetermineerde fossiele metacarpale uit de collectie van Hooijdonk, die voor vergelijking is meegebracht naar Lyon blijkt na vergelijking overeen te komen met de MC I I I van de Homotherium crenatidens. Daarnaast heeft nog een andere sabeltandkat onze bijzondere aandacht: de Dinofelis

Depot MHN
Dinsdag staat het depot van het Musée Histoire Naturelle te Lyon op het programma, waar we worden ontvangen door Michel Philippe. Het pas gerenoveerde en gemoderniseerde depot heeft grote vergelijkingscollecties skeletten van recente zoogdieren. Daarnaast heeft het depot grote hoeveelheden fossiele zoogdieren welke categorisch per opgraving zijn opgeborgen in rolbare stellingkasten. Ook hier zijn we vrij om alles uit de stellingen te halen om te meten, tekenen en te fotograferen. Hier vinden we onder andere fossielen van Megantereon megantereon, Homotherium crenatidens, Acinonyx pardinensis (het Vroeg / Midden Pleistocene jachtluipaard), Lynx issiodorensis, Ursus etruskus. In het depot van het MHN staat ook een compleet skelet van de sabeltandkat Smilodon californicus.

Bezoek aan Alain Argant
Woensdag 11 februari waren we bij de familie Argant te gast, waar we uitgenodigd waren voor een overheerlijke lunch. ’s Middags worden de door ons meegebrachte fossielen vergeleken met de fossielen die Alain in zijn vergelijkingscollectie heeft.
Een radiusfragment van een zeldzame panterachtige uit de collectie Schouwenburg kan nog niet definitief op naam worden gebracht. Alain noteert de gegevens hiervan voor nader onderzoek.
Een radiusfragment uit de collectie van Hooijdonk wordt definitief als Lynx sp. gedetermineerd en een hielbeen uit dezelfde collectie wordt toegeschreven aan Panthera gombazoechensis (Europese Jaguar). Daarnaast kon tevens een vos gedetermineerd worden: De radius van de Lynx bevat namelijk bijtsporen van een vos, die het bot na het overlijden van de Lynx gekraakt heeft.

Laatste dag.
De voormiddag brengen we weer door in het depot van het MHN. De aandacht gaat vandaag (hoe kan het anders na gisteren) vooral uit naar de Panter en de Lynx. Aan de hand van de recent en préhistorisch materiaal worden vergelijkingen gemaakt. Vooral de overeenstemming tussen het fossiele radiusfragment van de Lynx en die van de rescente /préhistorische lynx is treffend.

De namiddag brengen we weer door op de UCBL. Nu komen vooral de beren en weer de Homotherium aan bod. Aan het begin van de avond (het is dan al 18.45 !) hebben we een evaluerende bespreking met onze gastheer, Claude Guérin. We kunnen vaststellen dat we een uitermate leerzame tijd hebben doorgebracht op de UCBL, en we zijn zeer in onze nopjes te horen, dat we voor al onze toekomstige onderzoekingen van harte welkom zijn. Dat laatste geldt overigens ook voor het depot van het MHN te Lyon en Alain Argant.
___________________________________________________________________________
Het onderzoek aan Homotherium van Senèze was voor mij zeker een leerzame ervaring. Het was voor mij de eerste keer dat ik een skelet heb opgemeten, en ruim de gelegenheid had om het te fotograferen. In tussen blijft de fauna van Senèze me boeien en zeker het voorkomen van 2 verschillende sabeltandkatten, Homotherium (Lyon) en Megantereon (Basel).
Het skelet van Megantereon wordt bewaard in het Natuurhistorisch Museum in Basel, en ik neem contact op met Burkhart Engesser om te vragen of ik onderzoek mag doen. Ik ben van harte welkom, en we spreken af voor 30 augustus 2005.

30 augustus 2005 NHM Basel

Op 30 augustus 2005 hebben Annie (mijn vrouw, en assistent in deze) en ik omstreeks 10 uur ’s ochtends een ontmoeting met Dr. Burkhart Engesser en Arne Ziems. Burkart leidt ons bezoek in met in het kort iets te vertellen over Schaub en Stehlin en de collectie fossielen van de Plio Pleistocene fauna van Senèze. Daarna dalen we (letterlijk) af naar de kelders van het museum, waarin de depots zich bevinden. De depots bevatten (deels verrijdbare) stellingkasten, waarin de fossielen zijn opgeborgen. Een van de depots is teven ingericht als werkplaats voor het restaureren van de fossielen. Ook is hier een ruime studiehoek ingericht, met ruime werkbladen, goede verlichting en een ruime tafel om alles uit te stallen. Het skelet van Megantereon is, net zoals dat van Homotherium in Lyon, niet geassembleerd, maar opgeborgen in een ladenkast. Arne haalt de laden tevoorschijn, en wij krijgen werkelijk alle faciliteiten: we mogen alles meten, fotograferen, filmen, wat we maar willen. Arne haalt zelfs zijn professionele (privé)statief dat ik mag gebruiken bij het fotograferen en van Burkhart krijg ik de nodige literatuur.

We beginnen eerst met het onderzoeken en fotograferen van alle skeletdelen. Daarna worden alle botten gemeten. Het skelet is zeer compleet, alleen de staartwervels, fibula en enkele carpalen en tarsalen ontbreken.
Het skelet is redelijk goed geconserveerd: vaak is een stevige, fijne botachtige structuur aanwezig. Op enkele plaatsen daarentegen is de botstructuur korrelig en bros of waren de botten niet compleet zodat restauraties noodzakelijk waren. De ribben zijn erg fragmentair.
De cranium van Megantereon is met een lengte van ca 25 cm niet opvallend groot. Het gebit is compleet en opvallend gaaf. Het eerste dat opvalt aan de cranium zijn de lange, smalle en zijdelings sterk afgeplatte caninen. De snijvlakken van de caninen zijn scherp en in tegenstelling tot Homotherium zonder serratie. Wat verder opvalt is dat de prémaxilla met bovenkaaksincisiven ver naar voren reikt. Dit wordt wel gezien als een aanpassing aan de lange bovenkaakscaninen, die zeker een aangepaste voedingswijze gevergd zal hebben. Een restauratie aan de cranium is onjuist uitgevoerd waardoor de stand van de occiput (achterhoofdsbeen) te stijl is en daardoor het geen juist beeld voor de soort geeft, (Antón en Werdelin, 1998). De complete cranium van Megantereon die omstreeks 1960 in de omgeving van Dmanisi in de republiek Georgië is gevonden illustreert dat verschil. (Vekua 1995).
De mandibula van Megantereon vertoont een aantal opmerkelijke verschillen ten opzichte van die van een moderne kat: de veel kleinere canine; de hoge stand van de canine ten opzichte van de molarenrij; de grote uitstulping in de onderkaak en de lage coronoïde proces. De molarenrij van de mandibula vertoont minder grote afwijkingen ten opzichte van die van moderne katten (dit i.t.t. Homotherium, waar de molarenrij wèl sterk afwijkt van die van de moderne katten). De molaren vertonen geen opvallende sporen van slijtage.
De aanpassingen in de wervelkolom van Megantereon waren mogelijk nog extremer dan bij Homotherium.
De lange beenderen van Megantereon zijn erg kort in verhouding met die van moderne katten maar zijn niet minder robuust. De voorste ledematen waren sterker dan bij moderne katten. De lange beenderen van de achterste ledematen vertonen dezelfde verkorting, maar de achterste ledematen waren niet extra versterkt tov die van moderne katten.
Biologie
Als we alle kenmerken van Megantereon op een rijtje zetten ontstaat het beeld van een grote, robuuste kat met het postuur van een moderne jaguar. Cranium en hals waren in belangrijke mate aangepast aan de functie van de lange caninen welke met behulp van de lange krachtige hals diep in de weke delen van het prooidier konden worden gedreven. De krachtige voorpoten maakten het mogelijk het prooidier tegen de grond gedrukt te houden. De onderkaak was voorzien van uitstulpingen waarin de lange bovenkaakscaninen in rusttoestand opgeborgen lagen.
Behalve het vermaarde skelet van Megantereon van Senèze bevat het Naturhistorisches Museum Baseleen uitgebereide paleontologische collectie met vele skeletten van Plio- Pleistocene zoogdieren uit de fauna van Senèze. Vele daarvan zijn tentoongesteld, samen met andere fossielen uit laat Pleistoceen en andere era. Een bezoek aan dit museum is dan ook alleszins de moeite waard en wil ik dan ook bij iedereen aanbevelen.
___________________________________________________________________________
Woensdag 12 juli 2006, bezoek Senèze

Vandaag ben ik te gast op de paleontologische opgravingen te Senèze ( Fr.) waar teams van de universiteiten Lyon en New York onderzoek doen naar de wereldberoemde Plio Pleistocene fauna’s van Senèze. Daar zijn in een “maar”(explosiekrater van een vulkaan) zeer veel fossielen (vaak als compleet skelet gevonden) . Doel van deze Frans Amerikaanse opgravingen is de site naukeurig te dateren, geologisch onderzoek naar de afzettingen, en het completeren van de faunalijst, door het verzamelen van fossielen, zo mogelijk van nieuwe soorten. Op de site krijg ik uitleg van Dr. Delson, en ik heb de vrijheid om alle werkzaamheden te filmen en fotograferen. Zo nu en dan maak ik een praatje met de onderzoekers, en krijg ik een beeld van de wijze waarop een opgraving te werk gaat.
In verschillende niveaus zijn fossielen ontsloten, die zorgvuldig worden gemeten en gelokaliseerd.

Voor mij was dit de eerste keer op een paleontologische opgraving. Wat een leerzame dag!

Labels: ,